Na een lange onderhandelingsperiode bereikten de sociale partners uit de Vlaamse social-profitsectoren op 24 november 2020 een ontwerp van voorakkoord met de Vlaamse regering.
Het nieuwe akkoord is gesloten voor de periode van 1 januari 2021 tot 31 december 2025 en gaat vroeger in dan de voorziene datum van 1 juli 2021.
Wat houdt dit Vlaams intersectoraal akkoord (VIA) dan juist in? Het gaat om de tegenhanger van het Interprofessioneel Akkoord (IPA) voor de profitsectoren dat telkens voor twee jaar wordt gesloten.
De Vlaamse social profitsectoren zijn de volgende:
- PC 318.02 Gezins- en bejaardenzorg
- PC 319.01 Opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en –diensten
- PC 327.01 Maatwerkbedrijven
- PC 329.01 Vlaamse socio-culturele sector
- PC 330 Geregionaliseerde zorgsectoren (ouderenzorg, psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven beschut wonen, revalidatieziekenhuizen, psychosociale revalidatiecentra en multidisciplinaire begeleidingsequipes palliatieve zorg)
- PC 331 Welzijns- en gezondheidsdiensten (o.a. kinderopvang)
- PC 337 Werkgevers van persoonlijke assistenten in kader Persoonsvolgend Budget (PVB) of persoonlijke-assistentiebudget (PAB)
Met dit akkoord worden een aantal afspraken gemaakt over koopkrachtverhoging en kwaliteitsmaatregelen voor de werknemers uit de betrokken sectoren. Aangezien het gaat om sectoren van tewerkstelling die grotendeels afhangen van subsidiëring, heeft de Vlaamse regering budget voorzien om de maatregelen uit te kunnen voeren.
Voor de periode 2021-2025 werd het volgende overeengekomen. Let wel, dit VIA 6 moet nog uitgevoerd worden via sectorale CAO’s.
Koopkrachtmaatregelen
Extra koopkracht in de geest van gelijkheid tussen de verschillende sectoren van het VIA 6 wordt voorzien door de uitrol van een gemeenschappelijke functieclassificatie en loonhuis (IF.IC).
Voor de geregionaliseerde zorgsectoren die in de eerste fase van de IF.IC-functieclassificatie zitten, wordt de 100% uitrol voorzien, vanaf 1 januari 2021. Hiervoor wordt een budget voorzien van maximaal 6% van de loonmassa.
In afwachting van de afronding van de IF.IC werkzaamheden voor de private sectoren zullen koopkrachtmaatregelen worden uitgewerkt die nadien kunnen overgaan in IF.IC. Voor de klassieke zorg- en welzijnssectoren bedraagt de koopkracht 4,5% van de loonmassa. Voor de collectieve maatwerkbedrijven en de socio-culturele sector ligt deze op 1,1%. Ook de andere welzijnssectoren genieten eveneens een koopkrachtbudget
Maatregelen met het oog op kwaliteit en werkdruk
Er wordt geïnvesteerd in de arbeidsvoorwaarden van het personeel (werkbaarheid, stressbestrijding, balans werk-privé…) en in extra personeel om de werkdruk te verlichten. Zo willen de sociale partners de aantrekkelijkheid van de sector verhogen en de instroom verzekeren.
Het wegwerken van de wachtlijsten in de sector personen met een handicap en het gelijktrekken van de verschillende statuten in de kinderopvang is voorzien.
Zij-instroom
De opleidingstrajecten opgezet om instroom mogelijk te maken worden versterkt, in het bijzonder voor zij-instromers uit andere sectoren, deeltijds werkenden en niet-actieven
Na goedkeuring van het voorontwerp starten alle partijen onmiddellijk met de onderhandelingen om de uitvoering mogelijk te maken.
We houden je hier uiteraard van op de hoogte.
Bron: 577 miljoen voor meer personeel en hogere lonen (www.verso-net.be)