De sociale partners verzameld in de Nationale Arbeidsraad brachten een unaniem advies uit om de praktijk van de opeenvolgende dagcontracten aan banden te leggen. Een sanctie is voorzien voor de gebruikers die er al te vaak en zonder gegronde reden beroep op doen.
Uitzendarbeid
Je onderneming kan geconfronteerd worden met een plotse vermeerdering van werk of het uitvallen van een vaste medewerker wegens ziekte. Het zijn maar voorbeelden van situaties waarin je snel en flexibel moet kunnen schakelen om je productie vlot te laten draaien of je dienstverlening te garanderen. Je kan dan beroep doen op een uitzendkantoor, dat voor jou een geschikte kandidaat zoekt om bij jou te komen werken. De uitzendarbeid is in ons land strikt geregeld, onder meer door de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. Je kan daarom enkel beroep doen op uitzendkrachten voor bepaalde motieven, zoals de vermeerdering van werk of de vervanging van een vaste medewerker die ontslag nam, maar bijvoorbeeld ook met het oog op het laten instromen van een nieuwe vaste medewerker.
Bescherming van de uitzendkracht
Een uitzendkracht sluit een arbeidsovereenkomst met het uitzendkantoor en wordt effectief aan het werk gezet bij een gebruiker. Om de uitzendkrachten te beschermen, is bepaald dat zij recht hebben op dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden als degene die gelden voor het vaste personeel van de gebruiker. Daarnaast is in heel wat wetgeving in afwijkende regels voorzien voor uitzendkrachten, bijvoorbeeld de feestdagenwetgeving. Hoe dan ook blijft het bestaan van een uitzendkracht onzekerder dan dat van een vaste medewerker aangezien hij van opdracht tot opdracht werkt, met per definitie een tijdelijk contract.
Opeenvolgende dagcontracten
In de praktijk werd vastgesteld dat heel wat uitzendkrachten tewerkgesteld worden met een dagcontract. Hun arbeidsovereenkomst loopt dus slechts één dag, maar die overeenkomst wordt in veel gevallen telkens hernieuwd, waardoor ze uiteindelijk wel een langere periode aan het werk zijn. Ze krijgen echter toch geen contract voor een langere periode. Dat biedt de gebruiker meer flexibiliteit, maar de uitzendkracht net meer onzekerheid. Het gebruik van opeenvolgende contracten wordt om de twee jaar geëvalueerd door de Nationale Arbeidsraad en stond ook op de radar van de federale regering, die in haar regeerakkoord van 30 september 2020 de belofte opnam om het ‘oneigenlijk en overmatig gebruik’ van opeenvolgende dagcontracten te bestrijden.
Sanctie bij oneigenlijk gebruik
Om het evenwicht tussen de belangen van beide partijen, gebruiker en uitzendkracht, te bewaren werd lang gezocht naar een goede aanpak. Op dinsdag 19 juli werd in de schoot van de NAR een advies uitgebracht waarin een akkoord werd bereikt tussen de werkgevers en de vakbonden over voorstellen om het oneigenlijk gebruik van opeenvolgende dagcontracten tegen te gaan. Ze adviseren de regering unaniem om gebruikers die de regels rond opeenvolgende dagcontracten misbruiken financieel te sanctioneren. De sanctie zal de vorm aannemen van een extra bijdrage te innen door de RSZ.
De RSZ zal nagaan hoeveel opeenvolgende dagcontracten worden afgesloten tussen het uitzendkantoor en de uitzendkracht voor een opdracht bij dezelfde gebruiker. De periode die men daarbij bekijkt is het eerste, dan wel het tweede semester van het jaar. Indien tijdens het semester de drempel van 40 wordt overschreden, zal een bijdrage verschuldigd zijn. Bij de volgende drempel van 60 opeenvolgende dagcontracten stijgt de bijdrage. Enzovoort.
Een overzicht:
Opeenvolgende dagcontracten met dezelfde uitzendkracht bij dezelfde gebruiker |
Bijdrage per uitzendkracht verschuldigd dat semester |
Minimale en maximale bijdrage |
---|---|---|
0 – 39 | 0 euro | / |
40 – 59 | 10 euro maal het aantal contracten met de uitzendkracht |
400 euro – 590 euro |
60 – 79 | 15 euro maal het aantal contracten met de uitzendkracht |
900 euro – 1185 euro |
80 – 99 |
30 euro maal het aantal contracten met de uitzendkracht |
2400 euro – 2970 euro |
100 + |
40 euro maal het aantal contracten met de uitzendkracht |
Minimaal 4000 euro |
De NAR vraagt de RSZ om een teller te voorzien in de applicatie Interim@Work zodat gebruikers én uitzendkrachten een opvolging kunnen doen.
Had de gebruiker een gegronde reden om telkens met opeenvolgende dagcontracten te werken en kan hij dus uitzonderlijke omstandigheden aantonen, dan kan hij bij de Commissie van Goede Diensten een vraag tot terugbetaling indienen. De Commissie van Goede Diensten zal de RSZ adviseren over de al dan niet terugbetaling van de bijdrage.
De maatregel zou in werking moeten treden op 1 januari 2023. De NAR verzoekt de betrokken partijen om de nodige stappen te ondernemen om dit mogelijk te maken. De vrees leeft echter ook dat deze maatregel een verschuiving teweeg zal brengen richting het gebruik van opeenvolgende contracten van twee dagen of naast de gereguleerde uitzendsector met illegale arbeid tot gevolg. De NAR zal de situatie monitoren en daarover halfjaarlijks rapporteren.
Bron:
Advies nr. 2.310, 19 juli 2022, cao nr. 108 – Artikel 40 – Evaluatie van het gebruik van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid, www.cnt-nar.be