Voor de tussenkomst in woon-werkverplaatsingen met het openbaar vervoer, moet je de wettelijk bepaalde vergoeding voor het gekozen vervoersmiddel toekennen.
Als werkgever moet je tussenkomen in de kosten die jouw medewerker maakt bij het afleggen van zijn woon-werkverplaatsingen.
Komt je medewerker met het openbaar vervoer, dan moet je de wettelijk bepaalde vergoeding toekennen die afhangt van het type openbaar vervoer.
Verplaatsingen per trein
Verplaatst je medewerker zich met de trein, dan moet je tussenkomen in de kostprijs van het treinticket. Je zal evenwel niet het volledige bedrag moeten terugbetalen. Om te bepalen hoeveel jouw tussenkomst bedraagt, werden tabellen opgemaakt met forfaitaire bedragen naargelang het aantal kilometer die jouw medewerker met de trein aflegt. Deze tabellen kan je consulteren in afdeling 61 van de Actuele Bedragen in Trefzeker.
Werken je medewerkers nu deels op kantoor en deels thuis, dan kan een halftijdse treinkaart een oplossing op maat bieden.
Jouw sector kan eigen regels voorzien, maar deze moeten minstens gelijkwaardig zijn aan deze die vastgelegd zijn door de sociale partners in CAO 19/9.
Ben je actief in een sector die een volledige tussenkomst voor het woon-werkverkeer met de trein verplicht? Of vereist je sectorale regeling dat je minstens 80 procent van de kost van het woon-werkverkeer met de trein voor je rekening neemt? Dan kan je ook een derdebetalersovereenkomst sluiten met de NMBS. Met een dergelijke overeenkomst betaal je 80 % van de treinkaarten van je medewerkers en past de NMBS de resterende 20 % bij.
Welke regeling precies van toepassing is in jouw sector, kan je nakijken in afdeling 20.8. van je Sectorale Gids in Trefzeker.
Verplaatsingen per bus, tram of metro
Verplaatst je medewerker zich met een ander openbaar vervoermiddel dan de trein, namelijk per bus, tram of metro, dan moet je tussenkomen vanaf de eerste kilometer. Het bedrag dat je moet terugbetalen, is wettelijk vastgelegd en verschilt naargelang het een eenheidsprijs (los van de afgelegde afstand) is of een prijs in verhouding tot de afgelegde afstand.
Ook hier kan de sector andere regels voorzien, maar dan moeten de minimumregels voorzien in CAO 19/9 gerespecteerd blijven.
Gecombineerd openbaar vervoer
Het is ook mogelijk dat jouw medewerker meerdere openbaar vervoermiddelen gebruikt om naar het werk te komen, omdat zijn reisweg bijvoorbeeld aanvangt per tram, gevolgd door een stukje met de trein en de bus.
Legt jouw medewerker je verschillende reisbewijzen voor of kan er in het overhandigde reisbewijs een opdeling gemaakt worden per vervoermiddel, dan moet voor elk afzonderlijk vervoermiddel de tegemoetkoming berekend worden volgens de regels eigen aan dat vervoermiddel. Vervolgens dienen de verschillende bedragen opgeteld te worden.
Overhandigt hij je slechts één reisbewijs voor de verschillende vervoermiddelen, dan moet je maar één forfaitair bedrag betalen. Dit bedrag is gelijk aan de prijs van een treinkaart voor de totale overeenstemmende afstand. Deze bedragen kan je consulteren in afdeling 61 van de Actuele Bedragen in Trefzeker.
Meer toelichting over de werkgeversbijdrage in het woon-werk verkeer kan je lezen in afdeling 25 van de Sociale Gids. De specifieke regels voor je sector, kan je lezen in afdeling 20.8 van de Sectorale Gids van Trefzeker.
Vergeet de federale mobiliteitsenquête niet
Momenteel loopt de federale mobiliteitsenquête waarbij je de actuele gegevens van het woon-werkverkeer van je personeelsleden, alsook deze over de toegankelijkheid van je onderneming doorgeeft. De enquête eindigt op 31 januari 2022.
Denk eraan je gegevensinzameling te starten en je medewerkers te bevragen over de vervoersmiddelen die zij gebruiken. In dit artikel vind je al informatie over de huidige enquête.