Eindafrekening

Via de kwartaalafrekeningen betaal je een voorlopige sociale bijdrage, berekend op basis van je netto-inkomen van het refertejaar (drie jaar terug). Ongeveer twee jaar later – nadat de belastingdiensten je aanslagbiljet hebben opgemaakt, en ons je werkelijke inkomen hebben gemeld – ontvang je het definitieve bedrag in een eindafrekening.

Dat bedrag is gebaseerd op je reële inkomsten van het jaar zelf. Was je voorlopige bijdrage te hoog? Dan hoef je niets te doen. We betalen je het teveel automatisch terug, tenzij je nog openstaande schulden hebt. Zo garanderen we dat je in orde blijft met je sociale zekerheid. Ontving je eerder al een eindafrekening over hetzelfde jaar? Dan gaat het nu over een corrigerende afrekening omdat we van de fiscus een verbeterd inkomen ontvingen.

Alle info over de eindafrekening vind je hieronder.

Veelgestelde vragen bij je eindafrekening

In 2015 wijzigde het bijdragesysteem van de zelfstandigen. Sindsdien betaal je een voorlopige sociale bijdrage, berekend op je beroepsinkomen van drie jaar terug. De definitieve berekening volgt ongeveer twee jaar later, op basis van je reële inkomsten van het jaar zelf. Iedere zelfstandige ontvangt die eindafrekening.

Pas op: je definitieve inkomen is nooit exact hetzelfde als het voorlopige inkomen van drie jaar terug. Want dat voorlopig inkomen wordt in de bijdrageberekening geïndexeerd en het definitieve niet. Als zelfstandige moet je dus altijd een bedrag bijbetalen of terugtrekken.

De sociale bijdrage van een zelfstandige is een jaarbijdrage: een zelfstandige in hoofd- of bijberoep betaalt een bijdrage van 20,5% per jaar op zijn beroepsinkomen (art. 12 van het KB nr. 38). Vóór 2018 waren er hogere percentages van toepassing:

  • 2015: 22 %
  • 2016: 21,50 %
  • 2017: 21 %
  • vanaf 2018: 20,50 %

De jaarbijdrage wordt verhoogd met de beheerskost van het sociaal verzekeringsfonds. De beheerskost van Acerta is 3,05% op de jaarbijdrage – dit is de laagste prijs in de sector.

Het resultaat (de jaarbijdrage inclusief de beheerskost) wordt verdeeld over de kwartalen waarin de beroepsactiviteit werd uitgeoefend (art. 15 van het KB nr. 38). Die verdeling vind je in je eindafrekening.

Je kunt het heel eenvoudig zelf narekenen.

Je hebt je eindafrekening nagerekend en je komt tot een andere resultaat ?

Dat is mogelijk en er kunnen verschillende redenen zijn. We zetten de meest voorkomende mogelijkheden op een rijtje:

  • Een zelfstandige in hoofdberoep betaalt minstens de minimumbijdrage. Als de berekende bijdrage lager uitvalt, wordt ze dus opgetrokken naar de minimumbijdrage.
  • Vanaf een bepaald inkomen betaal je een lager percentage, namelijk 14,16% per jaar.
  • Er geldt ook een maximumbijdrage.
  • Een gepensioneerde zelfstandige betaalt een lager bijdragepercentage van 14,70 % per jaar.
  • Er kunnen in éénzelfde jaar verschillende bijdragecategorieën voorkomen, met verschillende bijdragepercentages en berekeningsregels. Bijvoorbeeld bij de overschakeling van bijberoep naar hoofdberoep, of van hoofdberoep naar gepensioneerde in de loop van het jaar. De jaarbijdrage is dan een mix van die bijdragepercentages, toegepast op hetzelfde jaarinkomen. De verdeling van de jaarbijdrage in je eindafrekening verschilt dan van kwartaal tot kwartaal.

Je vindt alle categorieën, bijdragepercentages en inkomensschijven in onze publicatie ‘tabel sociale bijdragen’. In deze tabellen vind je de exacte bedragen per bijdragejaar (geen afgeronde bedragen zoals hierboven). Deze bedragen verschillen van jaar tot jaar ingevolge de indexering.

→ Reken hier je definitieve bijdrage na met onze berekeningstool

In de eindafrekening berekenen we je definitieve bijdragen, min de voorlopige bijdragen die je al betaalde. Kreeg je een bijdragevermindering? Dan trekken we vanzelfsprekend alleen de verminderde bijdragen af. Stond er nog een bedrag in je persoonlijke reserve? Dan brengen we dat ook in mindering.

Een persoonlijke reserve bouw je op verschillende manieren op door:

  • hogere voorlopige bijdragen te betalen op een geraamd inkomen
  • spontane voorafbetalingen te doen
  • een vermindering van je sociale bijdragen te krijgen nadat je deze al betaald had: het resterende saldo gaat dan naar je reserve

Dan storten wij het teveel terug, tenzij je nog openstaande schulden hebt. In dat geval wenden we het tegoed aan om je schulden aan te zuiveren. Zo vermijden we bijkomende verhogingen en kosten, en zorgen we ervoor dat je in orde blijft met de sociale zekerheid.

Moet je op het ogenblik van de eindafrekening enkel nog de bijdrage van het lopende kwartaal betalen? Dan gebruiken we het tegoed niet om je lopende kwartaal aan te zuiveren, en betalen we het gewoon terug. Vergeet niet om alsnog je kwartaalbijdrage te betalen!

Als je kiest voor de regeling ‘gelijkstelling met een bijberoep’, betaal je een verminderde bijdrage – op voorwaarde dat je inkomen onder een bepaald plafond blijft. 

Ligt je definitieve inkomen boven dat plafond? Dan had je eigenlijk geen recht op de bijzondere bijdrageregeling. Je bijdragen worden dan voor het volledige jaar omgerekend naar de bijdragen in hoofdberoep. Daar komen nog verhogingen bij van 3% per kwartaal, en eventueel 7% bij de jaarwisseling.

Om onaangename verrassingen te vermijden, raden we je aan om je inkomsten nauwgezet op te volgen. Zolang ze onder het plafond van de bijdragecategorie ‘gelijkstelling bijberoep’ blijven, hoef je niets te doen. Je betaalt dan gewoon de voorlopige bijdragen die wij voorstelden.

Als je inkomen boven het plafond uitkomt, pas je je voorlopige bijdragen het best aan je vermoedelijke inkomen aan. Zo vermijd je hoge intresten bij je eindafrekening.

Iedere zelfstandige betaalt 20,5% op zijn jaarinkomsten. Dit geldt ook als je geen volledig jaar gewerkt hebt. Het resultaat wordt verdeeld over het aantal kwartalen waarin je een beroepsactiviteit had. Dit noemen we de ‘proratisering’ van het beroepsinkomsten.  

Een voorbeeld:

Je hebt een zelfstandige activiteit gedurende 3 kwartalen en je hebt een jaarinkomen van 15.000 euro.

  • Berekening van de jaarbijdrage

15.000 euro x 20,5% = 3.075 euro. Per kwartaal betaal je 1.025 euro.

  • Berekening via de proratisering

15.000 euro x 4/3 = 20.000 euro x 5,125% x 3 kwartalen = 3.075 euro

In een aantal gevallen is er een verschil in jouw voordeel. Dat gebeurt als een deel van je inkomsten door de proratisering in een gunstigere inkomstensschijf zit.

Soms betaal je door de proratisering ook een hogere bijdrage. Dat is het geval als je op basis van je jaarinkomsten de minimumbijdrage verschuldigd bent, maar door de proratisering boven de minimumbijdrage uitkomt.

→ Reken hier je definitieve bijdrage na met onze berekeningstool

Ja, dat kan. De berekeningsbasis is dezelfde voor de vier kwartalen, maar het bijdragepercentage kan van kwartaal tot kwartaal verschillen. Bijvoorbeeld als je verandert van bijdragecategorie: van hoofdberoep naar bijberoep, gepensioneerde,…


Concreet voorbeeld:
Iemand was twee kwartalen lang zelfstandige in hoofdberoep, de volgende twee kwartalen zelfstandige in bijberoep of gepensioneerd. In de eerste jaarhelft bedroeg zijn inkomen 10.000 euro, in de tweede jaarhelft viel het terug naar 1.000 euro. We berekenen de bijdragen op het volledig jaarinkomen van 11 000 euro. In de eerste twee kwartalen is de minimumbijdrage voor een hoofdberoep verschuldigd. In de laatste twee kwartalen gelden de tarieven voor bijberoep of een gepensioneerde.

Ja, tenzij je je activiteiten hebt stopgezet óf met pensioen bent gegaan vóór het einde van het jaar volgend op het jaar waarin je de meerwaarde realiseerde. In dat geval mogen wij je afrekening aanpassen. Wat jij hoeft te doen? Bezorg ons het aanslagbiljet zodat we het exacte bedrag van de stopzettingsmeerwaarde kunnen aftrekken. Daarna ontvang je van ons een aangepaste afrekening.

Bezorg ons je aanslagbiljet:

  • via e-mail naar je regionaal kantoor met vermelding van je klantnummer;
  • per brief naar je regionaal kantoor met vermelding van je klantnummer.

​→​ Onze contactgegevens

Als we een vermindering van je voorlopige bijdragen toestonden, gaven we je de raad om je beroepsinkomen nauwgezet op te volgen. Want als je inkomen toch boven de verminderingsgrens uitkomt, had je beter de nodige bijbetalingen gedaan vóór het einde van het betrokken jaar. Deed je dat toen niet? Dan ben je verplicht om de bijbetaling nu te doen, verhoogd met 10 procent per 1 januari 2024 plus 3 procent per kwartaal vertraging in de betaling.

Concreet voorbeeld:·        
Acerta berekende je voorlopige bijdrage voor 2023 op je beroepsinkomen van 2020, meer bepaald 50.000 euro. Dat gaf een voorlopige bijdrage van (afgerond) 2.700 euro per kwartaal. Je verwachtte echter dat je beroepsinkomen van 2023 lager zou uitvallen. Je vroeg én kreeg een vermindering van je voorlopige bijdrage. Je betaalde 1.400 euro per kwartaal, berekend op de verminderingsgrens van 27.000 euro. Tegen het jaareinde stelde je vast dat je inkomen toch hoger zou uitvallen, namelijk op 40.000 euro. Je deed dus best vóór 31 december een vrijwillige bijbetaling op je extra inkomen van 13.000 euro. Meer bepaald: 700 euro per kwartaal x 4 = 2.800 euro. Deed je die bijbetaling niet? Dan rekenen wij nu het verschil aan van 2.800 euro, verhoogd met 10% op 1 januari 2024 plus 3% op de vervaldag van elk kwartaal dat daarop volgt. Denk eraan: de verhogingen lopen al snel op tot 25 procent!

Voor de betaling van je eindafrekening krijg je één kwartaal uitstel van betaling. Dat betekent dat je ze pas moet betalen op het einde van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de rekening werd verstuurd.

Concreet: voor een eindafrekening die werd verstuurd in het eerste kwartaal, heb je tot 30 juni tijd om te betalen.

Een eindafrekening bevat veel informatie. Hoe lees je die precies? We tonen je aan de hand van een fictief voorbeeld wat de cijfers en kolommen op je eindafrekening betekenen.

Wat betekenen de termen op mijn eindafrekening?


Download als PDF